Na gisteren de koffers te hebben ingepakt en gewogen moesten er nog wat drastische keuzes worden gemaakt. De onderhandeling over kleding, kaartspelletjes en yahtzee verliepen in goede orde dus uiteindelijk bleven we binnen de limieten. Jullie hebben waarschijnlijk al door dat mijn foto uitrusting niet onderhandelbaar was.
Dus na aankomst de visa geregeld, geld gepind en de huurauto opgehaald. We waren door velen gewaarschuwd voor het verkeer in hartje Amman. Maar gelukkig rijden ze hier niet veel gekker dan ik tot mijn 20e verjaardag. Dus dat was best te doen.
We zitten echt in Downtown Amman, het hotel is niet om aan te gluren aan de buitenkant, en misschien is dat nog wel erger als we het morgen in het licht zien. Wat het wel heeft is een dakterras, dus dat wel handig voor de foto's. Maar alles wat we willen zien en doen zit lekker dichtbij, dus ook dan moet je keuzes maken, net als met het inpakken van de koffers.
We zijn vandaag begonnen bij onze overburen. Het Romeinse Theater ligt schuin tegenover ons hotel. Geen optredens wel flink wat bezoekers uit allerlei windrichtingen. De Japanners zijn ook weer op reis, en de meesten zelfs zonder mondkapjes. Dus gelukkig wordt ook daar Corona nog nauwelijks als bedreiging gezien.
Daarna de Arabische winkelstraten in, vriendelijke mensen, niet opdringerig, gewoon prima. Annalies deed het met knie brace om rustig aan, wat mij de tijd gaf nog een paar foto's extra te maken.
Daarna het favoriete landschap voor Annalies gevonden, de Souk. Heerlijke geuren en kleuren, hectiek en geschreeuw op z'n Arabisch, en geen gezeur als je wilt fotograferen. Fijn volkje die Jordaniers.
Maar toen ging het zowaar een beetje regenen. Maar daar laten we ons niet door tegenhouden. Dus even de auto op gehaald en de Citadel bezocht. Het hoogste uitzicht over de stad wilde ik niet missen. Gelukkig viel de regen mee en kon ik lekker los. Annalies met de E reader op een droog terras en ik op pad. Omdat ik graag het blauwe uurtje en de lichtjes in de stad wilde fotograferen ben ik als laatste, vriendelijk maar niet onderhandelbaar, buiten de poort gezet. Morgen naar Jerash en daarna richting het zuiden.
Vandaag Amman verlaten, was zeker het bezoek waard maar meer dan 1 dag heb je hier niet nodig. Dus op naar Jerash waar ik toch wel een Pompei gevoel kreeg, maar misschien wel mooier en in ieder geval overzichtelijker. Na wat zoete heerlijkheden van de plaatselijke bakker, we konden niet kiezen dus dan maar een klein assortiment, verorberd te hebben zijn we 2 uur zuidwaarts gereden. Tussen de highlights in is het landschap niet het vermelden waard, dus dan doen we dan ook maar niet.
Maar dan komen we bij de Mujib Canyon en Sami's Best Coffee & Rest Grand Canyon Viewpoint. Dat leverde mooie vergezichten op en een heerlijke maaltijd bij Sami. Sami was een echt vriendelijke charmeur die graag met Annalies op de foto wilde. Na wat mooie verhalen over de Jordaanse mentaliteit en het eeuwige gedoe bij de buurlanden ging het al schemeren. Morgen op weg richting Dana.
Na vanmorgen, na een heerlijk ontbijt, afscheid te hebben genomen van de familie die Nour Star runt weer op pad richting Dana. Overigens had de eigenaar gisteravond meer tips over Utah dan van Jordanië. Bleek logisch want hij had daar 25 jaar gewoond en gewerkt en ze hebben alleen al in die staat meer nationale parken dan in heel Jordanië.
De route van vandaag over de HW35 was afwisselender dan gisteren. Door echte midden-oosten stadjes, met de chaos die je erbij verwacht, maar dan factor 10. Maar ook prachtig aangelegde wegen door berggebieden die minder begroeiing hebben dan ik op mijn hoofd. Wat de lokale herders, die overigens in tenten leven, de geiten hebben voorgehouden om ze 's morgens weer pad te krijgen is mij een raadsel.
Hoogtepunt van de dag is wel het uitzicht dat we hebben vanuit het Dana Eco Camp. We zitten eerste rang en de voorbereiding door het uitpluizen van allerlei reisblogs is niet voor niets geweest. Morgen om 0600 gaat de wekker, als het weer een beetje meezit hoop ik weer een herinnering te scoren. Dat zou mooi zijn want die sparen wij.
Zoals gisteren aangekondigd ging de wekker om 0600 uur. Voor mij is dit op de meeste dagen uitslapen, maar tijdens vakanties staan de meeste mensen alleen zo vroeg op als ze in één dag 1000 km naar een Alp willen rijden. Het werd dan ook niet echt vechten om het beste plekje te bemachtigen voor de, in mijn ogen, mooiste compositie. Sterker nog, ik was alleen. Heel af en toe kwam er iemand zijn of haar tent uit. Keek dan slaperig naar het moois, maakte met de telefoon een foto, en ging weer terug. De concurrentie blijft vooralsnog op ruime afstand. Het duurde wel even voor dat het licht over de berg achter mij kwam. Maar te laat zijn voor het mooiste licht is voor mij erger dan erop te wachten.
Na het ontbijt zijn we gaan hiken. De beheerder van Dana Eco Camp had een makkelijke route met mooie uitzichten voor de minder ervaren en/of geblesseerde gasten. Het was een vrij vlakke route die eindigde in het Dana Historic Village. En daar kregen we de mogelijkheid weer te worden opgepikt door de 4X4 die de gasten van het dorp naar het Camp brengt. Want met een personenwagen of een nep SUV met 2WD kun je dat schudden..
In het dorp spraken we met een Jordaanse man die al weer 20 jaar in Duitsland woonde. Hij vertelde dat hij nu na 13 jaar voor de tweede keer op vakantie was in zijn geboorteland, en nu met zijn 2 dochters. Hij verbaasde zich over het enorme verschil in beleving, zo vriendelijk en zo gastvrij het nu was, van douanier tot de lokale man in de straat. Hij noemde het een verschil van dag en nacht. Op mijn vraag over vijandigheid naar vrouwen toe antwoordde hij dat het besef er is dat toerisme van levensbelang is. En dat een local die een buitenlandse vrouw iets aan doet een heel lange straf mag uitzitten.
Vandaag namen we afscheid van het Dana Eco Camp. Echt een perfecte plek om een paar dagen verblijven en wat hikes te doen als je wilt/kunt. Om een beetje beeld te geven van wat je ziet als je je tent open doet heb ik de tenten even meegenomen in het plaatje.
Aangezien de route naar Petra maar een uurtje rijden was zijn we hier en daar een zijweg ingereden, wel (voornamelijk) een geasfalteerde natuurlijk. En dat brengt je soms op plekken die je anders zou zijn misgelopen. Gisteravond hadden we een Hollandse tafel bij het eten, 2 dames uit Oost-Brabant, 2 uit Den Haag en een stel uit IJsselstein vroegen of ze bij ons mochten aanschuiven. En één stel had de Al Ghuwayr trail gelopen, echt één van de mooiste trails van Jordanië. Hun foto’s spraken boekdelen. Een kloof waar een stroompje doorheen loopt en zelfs palmbomen spontaan aan de wanden groeien. En laten wij nou het bord tegenkomen naar de start van deze trail. Iets wat volgens hen alleen per 4x4 te bereiken zou zijn. Waanzinnige uitzichten, steile weggetjes en een beloning met thee bij de vriendelijke Jordaniër die leeft bij de start van de trail. Op één van de foto’s is een lokale bus te zien die wandelaars afzet die het niet aandurven zelf naar beneden te rijden, het geeft dan een beeld van de grootsheid van het landschap.
Daarna echt onderweg naar Petra, eindelijk ook echt aangehouden door de lokale politie. Hier waren we al voor gewaarschuwd, maar geruststellend. Want ze vragen vriendelijk uit welk land je komt, of je het naar zin hebt in Jordanië en heten je welkom. De Hollanders staan er blijkbaar goed op. Little Petra hebben we vanuit een afwijkende route bereikt, een route die ons weer verraste met een bijzonder mooi landschap. Bergen met vormen die we nog nergens anders hebben gezien.
Het was vandaag een dag van vroeg opstaan, hoe vroeg, heeeeeel vroeg. Van leuke ontmoetingen met mensen uit diverse landen en een indrukwekkend werelderfgoed.
Om 0445 uur ging de wekker want vandaag stond Petra op de planning. En dan moet je vroeg zijn om geen instagrammers en wannabe famous types voor je camera te hebben als je komt voor de Treasury. V
Omdat Annalies wat strubbelingen met haar knie heeft ben ik alleen naar boven gelopen, geklommen en verdwaald op zoek naar het waanzinnige uitzicht genaamd “The Treasury from above”. Gelukkig kwam ik een Hollandse jonge kerel tegen en samen met mijn Maps.Me hebben we het gevonden. Als inmiddels 60 plusser vinden de jongeren me toch wel modern dat ik, buiten de technische hulpmiddelen al Polarsteppend, Blogs lezend en nog steeds bergbeklimmend mijn reizen maak. Hij bleek overigens een redacteur te zijn bij de National Geographic en je weet nooit waar dit soort contacten toe kunnen leiden.
Na Annalies weer te hebben teruggevonden zijn we rustig lopend richting het centrale punt gelopen. Met regelmatig een pauze heeft Annalies het volgehouden om al verdere bezienswaardigheden te bekijken.
Op de terugweg kom je weer door de Siq, een smalle kloof die op zijn smalst niet meer dan 2 meter is en de heen en terugweg is. En als het licht dan aan het eind van de middag goed valt is het moeilijk om te stoppen met fotograferen. En omdat alle mensen zo’n beetje moe zijn gaan ze op de weg terug, dus de kloof heb je nooit voor jezelf. Maar met een goede voorbereiding en de juiste spullen kon ik daar wel wat mee. Iets wat overigens veel mensen verbaasde en van mij wilde weten hoe ik dat flikte. Dat zal ik jullie besparen, maar de echt geïnteresseerde leg ik het graag uit.
Een Duitse heer stopte ook even bij mij en zei, “Ich bin neugierig” waarop ik er uit floepte “Immer noch?”, want ik schatte zijn leeftijd toch al gauw rond de tachtig. Maar ik redde de situatie door er maar gauw achteraan te zeggen dat ik dat ook nog heel lang hoop te blijven.
Annalies hobbelde rustig verder als ik weer eens met mijn statief mijn trucje stond te doen. Maar dat duurde zelfs haar, en ik weet dat velen haar bewonderen om haar geduld, te lang. Zo kwam er een Belgische dame naar mij toe en zei “ Mijnheer de fotograaf, uw Annalieske zit een stukse verderop op u te wachten”. Dus ik snel in de benen om te voorkomen dat dit de rest van de vakantie voor mijn voeten gegooid zou kunnen worden. Gelukkig zagen de Belgen op hun terugweg dat het toch goed gekomen was.
De tweede dag in Petra begon minder vroeg. Dit omdat ik ruim 850 treden wilde ontlopen en die dag nog meer te doen had.
Klinkt logisch en onlogisch. Om de Monastry, het 2e hoogtepunt van Petra, te bekijken kun je vanaf de hoofdingang 8 km lopen met de eerder genoemde treden en weer terug. Als ik dat überhaupt zou hebben gehaald bij 30 graden was ik voor het donker niet terug geweest. Maar via de achteringang en gebruik makend van busje en 4X4 ontloop je de trappen (naar boven) en ben je van 700 tot 1130 uur onderweg.
Dus de Monastry vastgelegd en gasgeven, geen tijd voor extra foto’s op de weg terug of leuke ontmoetingen, maar wel net voor de check out tijd voor een douche. En die was heel hard nodig.
Toen onderweg gegaan over de Kings Highway naar de woestijn. Vanaf Petra werd die landschappelijk een heel stuk mooier en met veel minder speedbumps.
En naarmate we dichterbij de Wadi Rum woestijn kwamen liep de temperatuur toch wel op naar een gemene 36 graden.
Nu hadden we wel een luxe tent met toilet en betegelde douche, dus of je dat nog een tent mag noemen, maar een airco voor 4 van deze tenten konden de aanwezige zonnepanelen niet aan.
Het uitzicht vanuit ons tenten kamp op de tegenover liggende bergen en rode zand was geweldig. De zon zelf zagen we niet zakken door de bergen achter ons, maar de kleuren waren prachtig.
Aansluitend een heerlijk diner, door Chef Saeed klaargemaakt in een kuil in de grond. Vraag me maar niet hoe, daar bemoei ik me thuis niet mee, en op reis al helemaal niet. Hij moest flink wat zand wegscheppen en zolang ik geen zandkorrels tegenkom in het eten vindt ik het best.
Aangezien er nauwelijks licht is in de woestijn was dit een uitgelezen kans een niet Europese sterrenhemel te zien. En als kers op de taart de Melkweg te fotograferen. Ik had van te voren uitgevogeld dat maan en Melkweg tussen 1930 en 2130 uur af en aanwezig zouden zijn en dus met een heldere lucht zou het moeten lukken. Ik heb Saeed op de hoogte gebracht dat voor mij fotografische doelen zwaarder wegen dan eten. En dat ik tijdens het eten niet naar buiten loop om over te geven maar om te kijken of ik al aan de slag kan.
De temperatuur in de tent voelde aan als een kleedkamer op de sportschool na het spinnen in hartje zomer. Je doucht voor het slapen gaan om schoon te worden, maar het zweet komt tijdens het afdrogen alweer uit je poriën. Van de koude nachten in de woestijn waar we voor gewaarschuwd zijn, en goed voorbereid als we zijn muts, handschoenen en thermo-ondergoed voor hadden meegenomen, hebben wij in Jordanië in tegenstelling tot wat andere woestijnen waar we hebben overnacht niets van gemerkt.
De zonsopkomst pakken we toch maar weer even mee. Ondanks dat het ’s nachts echt niet koud is toch maar even de fleece aangedaan. Je wilt toch ook niet het gevoel hebben dat je je rot heb lopen sjouwen met een koffer waarvan de helft thuis had kunnen blijven.
Na het ontbijt begon onze Jeep tour door de woestijn. Audi, onze gids reed wel in een 4x4 maar dan wel van Toyota. Samen met 3 spijbelende studenten uit Nijmegen werd het een leuke dag met prachtige vergezichten. En waar ik gisteren na Petra dacht dat het lopen er op zou zitten, helaas, er viel nog genoeg te klimmen en klauteren voor “The best view of Wadi Rum”. Annalies bleef op de Jeep passen en Audi lurkte met z’n neven aan de waterpijp. Want grote gezinnen en meerdere vrouwen zijn hier heel normaal.
Veel plekken die we bezochten schijnen het decor te zijn geweest van een film. Ik hoorde Lawrence of Arabia een paar keer voorbij komen. Maar aangezien mijn spanningsboog ongeveer 3 kwartier is zijn films aan mij niet besteed. Snap wel waarom de filmmaker voor de Wadi Rum heeft gekozen het is echt heel mooi en bijzonder.
Na een door de gids bereidde lunch was er even tijd voor een pauze en voor de liefhebbers een tukkie. Zo vloog de dag voorbij en kwam de zonsondergang dichterbij. De gidsen weten hiervoor heel mooie plekken te vinden maar het weer kun je niet sturen. Waar het de hele dag prachtig weer was, dreef er precies tijdens de zonsondergang een enorme wolk voor de zon. Je kunt niet altijd 6 gooien zullen we maar denken. Toch geprobeerd er wat van te maken, dit hoort er tenslotte ook bij.
In de avond kregen we pas laat te horen dat we de volgende morgen om 0500 uur moesten klaar staan. En wie ons kent ….geen probleem. Want de geplande ballonvlucht zou doorgaan. Nu hoorde we het ’s nacht het al een beetje regenen op onze tent. Dus te vroeg juichen zijn we niet zo van.
Maar toch stonden we om 0600 uur naar 2 manden te kijken waar zo’n 20 mensen per mand in zouden kunnen.
Maar de piloten laten letterlijk een proefballon op om te kijken of de wind, ook op 100 meter hoogte, onder de 10 km/h blijft. Dat was niet het geval, dus 40 klanten weer naar hun kamp en de ballon organisatie geen dinar verdiend. Safety first, maar wel jammer. Dus de foto’s die ik heb kunnen maken na de diverse klimpartijen is waar we het mee moeten doen. Hoger gaat het deze keer niet worden.
De reis zit er al weer bijna op. Vandaag een kwartiertje gedobberd in de Dode Zee, beelden zijn daar niet van dus je kunt rustig door de foto’s gaan zonder te gaan schrikken.
Maar eerst reden we een weg met spectaculaire uitzichten. Het is de At Tafilah Hwy (60) die in tegenstelling tot de meeste wegen van begin tot eind verrast. We waren gisteren dan ook een dag eerder dan gepland vertrokken uit de Wadi Rum om meer tijd te kunnen besteden aan dit traject. En dat was een goede keuze.
Op het traject langs de Dode Zee is het landschap minder spectaculair, wel mooie bergen aan de land zijde maar aan de “zee” zijde veel industrieën die zich bezig houden met de zoutwinning. In 2015 lag de waterspiegel van de Dode Zee 429 meter onder zeeniveau, waarmee het de laagst gelegen plek op het aardoppervlak is. Inmiddels dat een stuk lager geworden, historisch laag zelfs (+/-450 mtr). Dus even van de weg om wat zoutbrokken van dichtbij te bekijken is minder slimme keuze, en al helemaal bij 31 graden. Waarom “zee” i.p.v. zee? Je rijdt binnen 2 uur van zuid naar noord en je kunt constant de overkant zien. Dus voor mij is het meer Dead Lake, want het IJsselmeer is voor mijn gevoel groter.
Op dit traject kom je ook langs de Wadi Mujib, een kloof waar je verplicht waterschoenen en een vooral een zwemvest aan moet. Aangezien ik de meeste dingen doe om er vooral mooie foto’s van je maken, leek me dat gezien de prijs van mijn uitrusting geen goede combinatie. Dus na enige overredingskracht mocht ik het eerste droge stuk even in met de belofte dat ik Holland er over zou vertellen. Dus als je er heen gaat zeg even dat je het idee van mij hebt. Maar eerlijk is eerlijk, het is wel een prachtige tocht voor de sportieve avonturier.
Na aangekomen te zijn bij ons hotelletje zijn we gelijk richting de “zee” gegaan. Nog een … end lopen want het ding krimpt waar je bij staat. Er staan bordjes langs het pad tot waar het water in 2000, 2010, 2015, 2020 stond, en zelfs nu in 2023 is dat al weer een heel stuk lager. De tuin van het hotelletje kan het zakken van het water niet bijhouden. Het water zakt harder dan de beplanting groeit. De buren zijn een resort aan het bouwen en moeten opschieten anders krijgen ze de investering er nooit meer uit.
Het dobberen is op zich wel een leuke ervaring, maar met mijn geduld heb ik dat na 10 minuten wel weer gezien. Het kost werkelijk moeite je benen en je lijf verticaal te krijgen en te gaan staan.
De laatste dag zijn we vanaf het luxe Dead Sea Spa resort naar de binnenstad van Madaba gereden. Een stad tussen de Dode Zee en het vliegveld. Voor de man van autoverhuur Surprice was dat geen verrassing want die had ik netjes geïnformeerd dat het later kon worden dan de eerder afgesproken tijd. Vanuit de diepte, laagste punt op aarde, was het een beste klim richting de Arabische chaos van Madaba.
Onderweg nog een laatste blik op de Dode Zee, maar zeker niet op de enorme hoeveelheid plastic die overal in de bermen, rustplaatsen, steden, veldjes, greppels achtergelaten is. Bij tijd en wijle had ik al mijn lenzen en trucs nodig om die troep uit beeld te houden. Maar wilde toch ook even laten zien dat ze, de Jordaniers, er op veel plekken ook echt een zooitje van maken. Met al die werkloosheid daar toch een een enorme kans om daar iets aan te doen. Hoewel ook al die agenten op, in mijn ogen, nutteloze politieposten ook best een paar honderd meter berm mee kunnen nemen.
Dan de stad Madaba zelf, zoals ik hoopte een lekkere Arabische chaos, met vriendelijke, niet opdringerige verkopers. Met zwaaiende schooljeugd die je met een paar woordjes Engels welkom heten in hun land. Mensen die op de foto willen, en soms ook nog denken dat de foto er gelijk aan de onderkant uitkomt.
Mooi is ook dat er bij de verkeerslichten een wedstrijd lijkt te zijn. Die wedstrijd heet "Wie het eerste toetert". Zodra de lichten van rood naar oranje gaan begint de 4e auto al te toeteren met een reactie snelheid waar Max Verstappen nog een puntje aan kan zuigen.
Maar ook een architectuur die zo uit een LEGO doos lijkt te komen, maar dan minder kleurrijk. Blokkendozen, onverzorgd, rechttoe, rechtaan. Het zijn duidelijk de mensen die de steden en dorpen kleur geven.
Om een lang verhaal af te ronden, de highlights van Jordanië zij ook echt heel high, de mensen bijzonder vriendelijk en behulpzaam, de landschappen ook zeker af en toe saai, maar ook hier zijn het de krenten in de pap die het lekker maken. Kortom, Jordanië, gewoon een keer doen als het in de regio weer rustig is.