Sluitertijd

In dit hoofdstuk ga ik het hebben over sluitertijd:

 

Sluitertijd is keuze S of Tv, is door mij het minst gebruikt.

 

Meest gebruikt bij sportfotografie, een voetballer moet bevroren zijn

Bevries je het onderwerp, of laat je juist beweging zien. Dat bepaal je met de sluitertijd.

Bepaalt je camera zelf, als gevolg van diafragma en ISO als je niet kiest voor S of Tv.

1/30 is ondergrens voor niet bewogen foto's. Daaronder statief gebruiken of je ISO hoger zetten.

Hieronder staat de belichtings-driehoek. Diafragma, Sluitertijd en ISO bepalen met z'n drieën de juiste belichting van je foto.

  • Mijn eerste keuze is het diafragma, wat wil ik allemaal scherp hebben.
    • Maar als er te weinig licht is gaat mijn sluitertijd te traag worden om uit de hand te fotograferen.
    • Dan moet de lichtgevoeligheid omhoog, dus ISO naar 400 of 800. Basis bij zonnig weer is 100.
    • Of je gebruikt een statief, dat maakt je mogelijkheden groter.
  • Maar je kunt ook je diafragma aanpassen, dat verandert dus wel je scherptediepte
    • Door een lager F getal te kiezen komt er meer licht binnen en blijft je sluitertijd  veilig
    • Door een lager F getal te kiezen hoeft je ISO niet aangepast, geen last van ruis

Bij de linker foto was het het doel het beeld te schetsen dat het OV van Rotterdam in beweging en snel is. Ik heb een 1/20 gebruikt om de tram wel herkenbaar te houden.

 

Bij de middelste foto heb ik "meegetrokken" met de auto (panning) om de snelheid van de auto te benadrukken. Ik heb hier een 1/250 gebruikt omdat anders de auto al snel bewogen in beeld zou komen.

 

De rechter foto moest het water het zachte effect krijgen. Dit onstaat door een langzame sluitertijd van 1.5 sec. En omdat alles scherp moest zijn was een F14 nodig, en dat is een klein gaatje dus ging de sluitertijd vanzelf omhoog.